Waarom vakmanschap belangrijker is dan passie

Muzikanten die écht impact maken, zijn zelden de mensen met het meeste talent. Het zijn de mensen die het ritme van progressie vinden en leren vertrouwen op het proces.

Stefan van de Brug

6/30/20252 min read

Veel muzikanten, docenten en creatieve ondernemers zijn op zoek naar richting. Ze willen meer impact, meer voldoening, meer vrijheid. En vaak horen ze hetzelfde advies: volg je passie. Maar wat als dat niet het hele verhaal is? Cal Newport rekent in zijn boek 'So Good They Can't Ignore You' af met dit populaire idee. Eerlijk gezegd ben ik het met hem eens. Wat je hier leest, zijn zijn belangrijkste inzichten, aangevuld met wat ik zie gebeuren als drummer, docent en coach.

"Volg je passie" klinkt mooi, maar veel muzikanten raken juist verdwaald door dit idee. Ze hoppen van project naar project, workshop naar workshop, op zoek naar dat ene vonkje. Maar echte groei komt vaak pas als je iets écht goed leert beheersen. Newport stelt dat passie ontstaat naarmate je ergens goed in wordt. Succes is geen gevolg van passie, het is een gevolg van vakmanschap. Wat als je je niet afvraagt "wat vind ik leuk?", maar "waarin wil ik onmiskenbaar goed worden?" Die omslag verandert hoe je naar je werk kijkt, hoe je oefent, hoe je groeit.

Bij mijn drumschool krijg ik regelmatig de vraag: "Heeft mijn kind talent?" En eerlijk gezegd krijg ik daar altijd een beetje jeuk van. Talent is mooi meegenomen, maar zonder inzet, focus en oefening stelt het weinig voor. Het echte verschil wordt gemaakt door wie volhoudt, niet wie er met voorsprong begint. Ik werk liever met iemand die structureel oefent en zich wil ontwikkelen dan met iemand die alles in het begin 'aanvoelt', maar niet bereid is te investeren. En dat geldt niet alleen voor kinderen, ook voor jou als muzikant, docent of ondernemer.

Newport benoemt vier principes die het verschil maken. Hieronder vind je ze, vertaald naar onze praktijk als muzikanten en creatieve professionals.

Het eerste principe: volg niet je passie, bouw vaardigheden op. Wacht niet op inspiratie, werk dagelijks aan vakmanschap. Kies een aspect van je spel, lespraktijk of onderneming en verdiep je daarin. Groei volgt als je consistent wordt in leren en oefenen.

Het tweede principe: word extreem goed in wat je doet. Dat betekent oefenen met focus, niet alleen jammen of druk zijn, maar echte doelgerichte oefening. Wat wil je verbeteren? Waar heb je nog frictie? Welk onderdeel verdient jouw volle aandacht?

Het derde principe draait om controle: als je écht goed bent, krijg je keuzevrijheid. Je bepaalt zelf met wie je werkt, hoe je werkt, en waar je energie in steekt. Dat is het verschil tussen overleven en creëren. Werk jij momenteel aan je vrijheid?

Het vierde principe koppelt je skills aan een missie: waar doe je het voor? Als je ergens echt goed in bent, kun je impact maken op je leerlingen, je publiek of je branche. Laat je vaardigheden ten dienste staan van iets groters. Dan wordt je werk vanzelf betekenisvoller.

Of je nu drumt, lesgeeft, zingt of een studio runt, zo pas je dit concreet toe. Bepaal één tot drie kernvaardigheden die je dit jaar wilt ontwikkelen. Werk cyclisch: focus zes weken lang op één ding, evalueer, herhaal. Zorg voor feedback van een collega, coach of door jezelf terug te kijken. Kies kwaliteit boven kwantiteit: liever twintig minuten écht oefenen dan twee uur half. Werk gefaseerd, niet alles tegelijk. Eén project tegelijk betekent meer focus, en meer focus betekent meer resultaat.

Wat mij raakte in Newport's boek, is dat het niet draait om geluk of talent. Het draait om doen, om bouwen, om stapsgewijs vakmanschap ontwikkelen. Muzikanten die écht impact maken, zijn zelden de mensen met het meeste talent. Het zijn de mensen die het ritme van progressie vinden, die leren vertrouwen op het proces. Als je dat doet, dan kun je op een dag écht zeggen: "Ik ben zo goed geworden, dat ze me niet meer kunnen negeren."